Vrijwilligerswerk in Suriname

Janet kindDicky, een vriendin van me, is vorig jaar samen met haar dochter naar Ghana geweest om vrijwilligerswerk te doen. Het was goed bevallen en ze wilde dan ook graag nog een keer, maar dan naar een andere bestemming. Haar dochter kon niet meer mee en mij leek het wel wat. We zijn dus samen naar de organisatie Vrijwillig Wereldwijd in Dordrecht geweest voor nadere informatie en kwamen uit op Suriname.
Omdat we maar 4 weken konden, leek het ons niet goed iets met kinderen te gaan doen. De keuze was dan ook niet moeilijk: we houden allebei veel van dieren en een van de projecten betrof het werken in een asiel voor zwerfdieren.
We konden kiezen waar we wilden slapen en kozen voor kost en inwoning in een meisjesinternaat.
Op 28 januari vlogen we vanaf Schiphol naar Paramaribo en hadden een voorspoedige vlucht. Op vliegveld Sanderij aangekomen, werden we opgehaald en kwamen we er al snel achter dat het verkeer in Suriname links rijdt. Hadden we even nog niet ontdekt. Ook verbaasden we ons direct over de grote hoeveelheid Chinese winkels. Eigenlijk zijn zo goed als alle winkels van Chinezen. Bijzonder (of niet?).
Aangekomen bij het internaat werden we opgevangen door Rita, de directrice van het internaat die eveneens vrijwilligersbegeleidster was (en ook nog in het ziekenhuis werkt). Nou ja, opgevangen? Het bleek dat ze ons pas een dag later hadden verwacht en onze kamers waren nog niet klaar. Geen probleem. We konden bij haar en haar Nederlandse man Jaap slapen, hun huis stond ook op het terrein. In de bibliotheek, tussen de boeken. Uiteindelijk zijn we daar 9 dagen gebleven, er moest toch nog het nodige aan de kamers gebeuren.
De volgende dag kregen we een toer door Paramaribo. Interessant. We boekten gelijk maar een paar trips naar het binnenland: Warrapakreek en Brownsberg. Daar was tussendoor wel tijd voor.
De kennismaking in het dierenasiel was heel bijzonder. Er zaten zo’n 140 honden en 30 katten. Eigenlijk zijn katten niet in de mode in Suriname en zwerven ook niet rond. Honden daarentegen des te meer. Mensen bleken over het algemeen bang te zijn voor honden en we zagen dan ook regelmatig bijvoorbeeld kinderen stokken en stenen naar honden gooien. Je zou verwachten dat deze dieren vals worden door zo’n behandeling, maar wij hadden nog nooit zulke lieve honden meegemaakt. Het was dan ook heel erg leuk om ze te verzorgen. Dat wil zeggen van eten te voorzien, de hokken schoon te maken en er verder voor te zorgen dat de boel bleef draaien. De beheerster, Mariska, was ooit vanuit Heerlen in Suriname belandt en had haar handen vol aan het werk daar.
Ook hebben wij een keer flink wat voer gedoneerd en bij een supermarkt voor elkaar gekregen dat zij een oude voorraad uit het magazijn schonken. Dat was hard nodig want er was een chronisch geldgebrek.


Een van de laatste dagen mochten wij mee met een stichting die dagelijks de honden op de vuilnisbelt voert. Dat was ook een bijzondere beleving. Petje af voor de mensen die zich daar telkens weer mee bezig houden.
Natuurlijk werkten we niet alleen. We gingen ook dagelijks op pad. De eerste tijd per fiets; dat viel niet mee want het verkeer was een gekkenhuis. Later namen we telkens een taxi. Dat had ook een oorzaak. Op onze 10e dag daar ben ik namelijk overvallen. We fietsten met zijn vijven achter elkaar en het was inmiddels donker. Er kwam een bromfietser voorbij die een ruk aan mijn tasje heeft gegeven (heb ik mij laten vertellen want mijn geheugen laat mij in de steek). Daardoor ben ik met de fiets onderuit geklapt en met mijn hoofd op de grond geknald. Gevolg: hersenschudding, gat in het hoofd, uit mijn liezen gescheurd en kneuzingen in mijn bekken. Ik ben met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht en gehecht. ’s Nachts mocht ik weer naar huis. Uiteindelijk bleek ik slecht te kunnen lopen en had ik veel pijn. Helaas is dat de rest van ons verblijf in Suriname niet over gegaan. Pas nu, na 8 weken, gaat het inmiddels weer zo goed dat ik weer gestart ben met looptraining. Afgelopen vrijdag heb ik weer 10 kilometer kunnen lopen. Dat levert nog wel de nodige pijn en vermoeidheid op, maar het gaat dus steeds beter. En het goede nieuws: mijn tasje had ik nog steeds vast, heeft hij dus niet te pakken gekregen.

Met de andere vrijwilligers en stagiaires - het werden er steeds meer - hebben we wel veel plezier gehad. Het waren over het algemeen jonge mensen die lekker aan het genieten waren. Ook met het personeel van het internaat hebben we veel gelachen. En de meiden uit het internaat, nou, alle respect voor hen. Zij kwamen over het algemeen uit dorpjes diep in het oerwoud, langs een rivier, waar geen wegen meer zijn. En ze konden hooguit een keer of 2 per jaar naar huis. Want dat was echt ver weg. De meiden waren heel ijverig want wilden allemaal wat bereiken en niet terug naar hun dorpje met als vooruitzicht alleen veel kinderen en alleen huishoudelijk werk.
Toen wij tegen het einde van ons verblijf voor 3 dagen het binnenland ingingen en bij dergelijke dorpjes kwamen, kregen we ook een beter beeld van hoe men daar leeft. Dat is dus echt nog héél primitief. De rivier is van levensbelang, want men leeft in en met het water en de rivier is ook de enige manier om zichzelf en goederen te verplaatsen. Het oerwoud is ondoordringbaar. Schetst onze verbazing dat we na uren varen ineens – jawel – een Chineze winkel tegenkwamen in een dorpje. Men gelooft over het algemeen ook nog echt in geesten (Winti) en dat hebben we in het internaat ook geweten omdat enkele meisjes bezeten waren. Best een enge gewaarwording.
Enfin, aan alle goede dingen komt een eind en op 25 februari moesten we dan ook weer afscheid nemen en naar huis. In elk geval hoef ik voorlopig geen rijst met kip en bonen meer. Dat hadden we even genoeg gegeten. En ook de snert die we daar te eten kregen terwijl het 30 graden was, hoeft even niet meer. Hollandse tradities hadden ze genoeg!
Gelukkig kunnen we nu via Facebook onze nieuwe vrienden in Paramaribo nog volgen en zien we dat de vrijwilligers die wat langer blijven, zich nog uitstekend vermaken.
Om met de Surinamers te spreken: No Span. Ofwel: takei t easy!

Janet Janssen Daalen

Hoofdsponsoren